romeinen
Rond 12 voor Christus trokken de Romeinen ons land binnen. De stammen die hier woonden, onder andere de Bataven en de Friezen, boden lange tijd verzet tegen de Romeinen. Uiteindelijk lukte het de Romeinen om het zuiden van ons land te bezetten. Daar woonden de Bataven. De stammen in het noorden van ons land, waaronder de Friezen, kregen zij er maar niet onder. De Romeinse legers kozen daarom de Rijn als grens. Die grens liep dus dwars door ons land. De Romeinen kozen een rivier als grens omdat ze dan de vijand goed zagen aan komen en konden tegenhouden. De Bataven waren vaak boer. Ze leefden van landbouw en veeteelt en zorgden voor hun eigen voedsel. Soms verkochten ze hun producten ook aan de Romeinen. Toen de Romeinen kwamen, mochten de boeren hun eigen gang blijven gaan. Alleen moesten ze wel belasting betalen en soldaten leveren aan de Romeinen.
Ruilhandel
De mensen betaalden elkaar met goederen. Eigenlijk ruilden ze dus. We noemen dat ruilhandel. Wilde je een koe kopen, dan moest je daar bijvoorbeeld twee of drie varkens voor geven. Zo betaalden de mensen ook belasting aan de Romeinen, bijvoorbeeld met koeienhuiden, vis of kaas. Van de Romeinen leerden de Bataven dat er ook met geld kon worden betaald. Er waren verschillende munten: een koperen munt: een as, een zilveren munt: een denarius, en een munt van goud: een aureus. Op veel munten stond de kop van de Romeinse keizer.
het romeins leger.
Het Romeinse leger was goed georganiseerd en erg groot.
In een bepaalde periode waren er maar liefst 450.000 soldaten.
Een groep van 64 soldaten was een centurie.
Een groep van 64 centuries was een legioen.
De leider van een centurie was de centurio.
Een Romeinse soldaat droeg wollen onderkleding, een borstharnas, een helm en sandalen. Hij had een kort zwaard en een dik leren schild. Onder zijn sandalen zaten ijzeren noppen. Daar kon een soldaat honderden kilometers op lopen.
Omdat het leven van een Romeinse soldaat best goed was, wilden ook veel andere mannen voor de Romeinse keizer vechten. Er zaten zelfs veel Germanen in het Romeinse leger. Een diensttijd duurde 25 jaar. Daarna kregen ze een militair diploma. Daarin stond dat ze dezelfde rechten kregen als de Romeinen en dat ze vanaf nu mochten trouwen. Ze waren dan een echte Romein geworden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb